‘Wat wil je drinken?’
‘Water graag.’
‘Ik heb ook net koffie gezet, thee kan ook, zo gezet.’
‘Doe maar water alsjeblieft.’
‘Ik heb ook fris, sap?’
‘Water graag. Water is prima.’
‘Ik heb ook zo’n koude cappuccino gekocht. Ik weet niet hoe het smaakt maar dat heb ik ook.’
…
‘Wil je een lekker schuimgebakje? We hebben ook abrikozenvlaai en rijst.’
‘Eh, doe maar abrikozenvlaai. Lekker!’
‘Geen schuimgebakje?’
‘Nee, abrikozenvlaai graag.’
‘Geen schuimgebakje?’

Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.