Vandaag en morgen blijf ik thuis. Ik heb het geluid aanstaan van een mp3 met koffiekopjes en kletsende mensen in een koffietent. ‘A gentle hum gets the day going.’
Ook bel ik mijn moeder. Ze vraagt zich af of ze naar de kapper kan want het is hard nodig. Dan bedenkt ze dat ze nu ook wel even kan wachten, haar groeit ook weer niet zo hard. ‘Het is allemaal wel erg.’ ‘Ja..,ja..’
Het gaat de geschiedenisboeken in. Over – tig jaren spreekt een nieuwe generatie over die pandemie in 2020 die ervoor zorgde dat Nederland en de rest van de wereld op slot ging. Zo goed als. We schelden straks niet meer over de tering krijgen maar over de Corona krijgen. ‘Weet je nog, dat de regering die oproep deed op tv?’ ‘Ik weet nog precies waar ik was toen het gebeurde.’
Ik mail een collega over het doorgaan van de schrijfcursus. Dat mijn schrijfcursus kon starten op 1 april blijkt nu echt een flauwe grap te zijn. Het zal verzet moeten worden tot later dit jaar. Wat in het vat zit verzuurt niet. Ik mag nog blij zijn dat mijn overige werk nog kan doorgaan hoewel ik nu thuis zit met lichte verkoudheidsverschijnselen en dus niet naar adressen kan om te werken.
En ook de tandarts belt af. ‘Helaas, in verband met deze omstandigheden is het beter om de contacten zo veel mogelijk te beperken om de verspreiding van het virus af te remmen.’ Nee, natuurlijk. Heel begrijpelijk.
Ondertussen bloeit de magnolia in de achtertuin. De bloemen zijn mooi wit en het geeft een vrolijk gezicht. Ik snoei de takken van de druivenboom. Er zitten nieuwe knoppen in. Vorig jaar wilden de druiven niet goed rijpen. Hopelijk dit jaar wel.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.