Of het raar is weet ik niet maar ik kocht vorige week een boek dat ik zelf niet snel zou kopen. Aleksandra, een geschiedenisverhaal over Oekraïne; een verhaal van een grootmoeder, voorouders, en een kleindochter die op zoek gaat naar haar roots in een vernietigd land. Een boek dat ik meteen gekocht zou hebben voor mijn moeders verjaardag, vandaag 20 februari, maar ze is er niet meer. Toch kocht ik het boek omdat ik weet dat zij het met grote interesse zou lezen en ik via haar ogen het verhaal zou kunnen volgen. Bovendien verbreed ik op deze manier mijn horizon.
Ook was ik vorige week in een bloemenwinkel om te vragen of er freesia’s te koop waren. ‘Nee,-‘ zei de bloemist ‘- deze bloemen zijn ouderwets, noem het vintage, dat klinkt mooier, en er zijn maar een paar vaste klanten die deze bloemen bij me bestellen. Maar kom volgende week maar terug, dan heb ik een paar bosjes staan.’ Toen ik later de winkel in kwam wees hij meteen naar een emmer met paarse, witte en gele freesia’s. Ze zijn sinds gisteren geopend en geuren heerlijk in de woonkamer.
De uitvaartbegeleider die morgen de dienst aan elkaar praat van mijn vader belde me vanmorgen op. Ik vertelde over mijn moeders verjaardag. Net vandaag tussen al het regelwerk in. Dat ik er op mijn manier aandacht aan besteed, dat ik het prettig vind en haar op deze manier een beetje bij me heb. ‘Eet je straks nog een gebakje?’ vroeg ze aan mij. Daar had ik nog niet over nagedacht maar ik moest vanmiddag toch naar de winkel.
In de boekenkast van mijn moeder staan een aantal boeken op een rij die één of twee keer gelezen zijn. Familieverhalen, kronieken en grote namen. Ik zal er eentje meenemen om te bewaren, de tweede grote roman van Lev Tolstoj over een getrouwde vrouw, Anna Karenina, die hopeloos verliefd wordt op een vrijgezelle graaf. En als ik Aleksandra uitgelezen heb, begin ik wellicht in die dikke pil.