Er gebeurt iets vreemds op het moment dat je weet dat je gaat vallen. De tijd bevriest heel even; je voelt dat het misgaat en dat er geen weg meer terug is. Je denkt: Dit is het dan. Er valt niets meer aan te doen. En dat moment lijkt lang te duren. In de werkelijkheid is het veel sneller dan dat je het voelt. Dat is een vreemde gewaarwording, dacht ik gisterenavond, toen ik op de ijskoude, spekgladde weg lag. Mijn elleboog was hard op het ijs gevallen, dat voelde ik meteen. Mijn fiets lag over me heen. Zwaar. Ik kreeg mijn been er niet goed onderuit. Opstaan bleek niet te kunnen, het was zelfs te glad om mijn voeten te verplaatsen. Het was donker, ijskoud en stil.
Jaren geleden blokkeerde mijn voorwiel in een tramrails. Op het moment dat ik voelde dat ik vast zat en ging vallen dacht ik hetzelfde. Oké, ik val. Het is niet anders. Er is niets aan te doen. Toen rende er een vrouw naar me toe en begon aan me te trekken. Ik kon wel opstaan, mijn ene knie was pijnlijk en ik hinkte met fiets naar de stoep om uit te puffen. Deze keer dacht ik, toen mijn achterwiel weggleed en ik probeerde mijn fiets rechtop te houden, als ik val, dan moet ik goed vallen. Niet mijn hoofd op het asfalt. Niet mijn schouder uit de kom.
Maar die curieuze bevriezing van tijd vind ik fascinerend. De tijd speelt met het accepteren van het onvermijdelijke. Dit is het dan. Het is niet anders. Ik val.
‘Can I help you?’ hoorde ik vanuit de verte. Het was een man die tergend langzaam schuifelend naar me toe kwam. Hij kwam uit de boksschool en hielp mijn fiets omhoog. Ik zette mijn handen op het spekgladde asfalt en kwam voorzichtig omhoog. ‘I hurt my arm.’ mompelde ik. Hij knikte en ik bedankte hem. Maar toen dacht ik: ik moet die hele weg nog schuifelend en glijdend naar huis. Mijn elleboog stak. Ik verbeet de pijn. Dat kleine stukje park waar ik langs moest leek oneindig lang te duren. Bijna net zo lang als dat ene kleine moment van luttele seconden die er zitten in een valpartij.
Eén reactie op “Als je valt.”
Het ontbreekt mij aan de juiste valtechnieken.
Verkrampt beweeg ik in de rondte.
En soms verbaas ik omstanders dat ik uit het niets omtuimel.
Tot nu toe gaat het nog steeds goed, blauwe plekken en hier en daar wat littekens ….
Ik wens jou sterkte met het overeind blijven.
Stille groet,