Kinderen horen te lachen, te dollen, te klieren. Ze horen te mopperen, mogen ook chagrijnig zijn en hun dag niet hebben. Ze horen te vlinderen, te observeren, geluiden op te pikken. Ze horen te genieten van de zeewind, het ruisen van de bomen en het gekwetter van de eenden in de vijver. Kinderen horen met hun papa en mama op stap te gaan, op visite, naar de speeltuin, zwemmen en wandelen. Ze horen te badderen, hun haren mooi gekamd en erna even kroelen op de bank voor het slapen gaan. Dan zeggen papa en mama welterusten, lieve schat, slaap lekker. Papa en mama horen de volgende ochtend lachend naar je te kijken, want je bent uitgerust om de dag te starten, als ze de deur openen en het licht aandoen. Niet dat je roerloos in je bed ligt en nooit meer wakker wordt.
✩ Dag lieve, knappe T. (9 jr.)
Eén reactie op “Kinderen horen te lachen.”
Mooi geschreven, Karin. Dat T. maar 9 jaar mocht worden…een onmetelijk groot verdriet. Sterkte