Waai-faai of wie-fie. Maakt niet uit hoe je het uitspreekt toch? Als ik met de trein naar het zuiden des lands ga, hoop ik altijd maar dat er sowieso richting Utrecht wi-fi aanwezig is zodat ik tijdens deze rit mail kan bijwerken, een blog kan schrijven of andere (zakelijke) dingen kan uitwerken. Het is gewoon fijn, zeker als je een drukke tijd kent, door te werken op dat soort momenten. Soort van Lifehacking zonder stress.
In sommige delen van het land moet je behoorlijk goed zoeken naar een restaurant of brasserie waar je ongestoord kunt internetten. Waar ik vandaan kom is alleen de V&D zo gastvrij om de klant van internet te voorzien. Niet de meest ideale plek vind ik, maar soit. Het zou dus prettig zijn voor dit soort ondernemingen eens te kijken naar de veranderende tijd en wi-fi standaard aan te bieden. Wil je (extra) klanten, die ook nog even willen werken, geef ze wi-fi.
En ik raak verwend hoor. In het Haagse kijken ze je bijna vreemd aan als je vraagt of ze wi-fi hebben. Duhuh! Natuurlijk! En zelfs in sommige winkels kun je na het shoppen even naar de bar om een koffie te bestellen en erna je laptopje openklappen. Heerlijk! Het zorgt voor een soort vrijheid! En wat ik ook nog prettig vind is dat je in de meeste gelegenheden ongestoord kunt internetten. Er is niet een bonsysteem waar je na een uur van je internet af gedonderd wordt en weer een bestelling moet plaatsen om weer verbinding te krijgen. Ik vind het ronduit klantonvriendelijk en werkt denk ik averechts. Ik liep laatst langs de CoffeeCompany in het centrum en zag beduidend minder mensen koffie drinken dan voor de bonnenactie. Jammer, maar ik begreep het wel.
[Foto gemaakt door Michael Minneboo.]