IK ZAL DIE OCHTEND NOOIT VERGETEN,
toen ik onderweg
in de trein naar Den Bosch,
naar m’n (oude) baan,
met een ferme smak
teruggeworpen werd
in mijn stoel
omdat de trein
plotseling stopte.
We moesten een uur
in de trein
blijven zitten
op een koude
januari ochtend
half 7, het was zo vroeg,
omdat iemand
zichzelf ervoor
gegooid had.
Ze moesten schoonmaken,
de trein,
het spoor,
en wachten op degene
die toestemming geven moest
om weer gewoon
met de dag verder te gaan.
‘Kun je mij vertellen
waarom je zwaaide met je hand
‘Dag’
en je omdraaide
om te gaan?
Kun je mij vertellen
waarom je het boek sloot,
je leven eindigde
en een gelukkige toekomst
uitbleef?’
Opgedragen aan
de vreemdeling
januari 1999
treinreis naar Den Bosch.
(Sorry voor de treurigheid,
maar dat is
ook leven.
Hoe ironisch …)