ER MOEST EEN TREIN GEHAALD,
op een erg druk station. Mensen liepen langs elkaar heen, zigzaggend. Er was veel haast. Drukte. Beweging.
Er hingen gele borden aan de plafonds, die normaal gewoon op ooghoogte geplaatst waren. Op een geel bord stond De Bestemming.
De trap op, hijgend, bovenaan het perron. Maar er was geen normaal perron. Er lag een soort eng, vervelend Ter Land Ter Zee brug van hout dat steil naar beneden wees naar de trein, met daaromheen een boel water. Er moest met een rotvaart van de brug gegleden worden langs klotsend water om de trein in te kunnen.
Wie verzon dat nou?