“EN WEET JE WAT HET IS,
ik heb nu eenmaal kleine voeten. Ik heb nu eenmaal mini schouders. Een ex van een meter negentig, van lang geleden, legde zijn grote handen op mijn schouders, wilde (ver) voorover buigen om me te zoenen, stopte plots, bekeek mijn schouders, zijn handen en schoot in de lach.
‘Moet je eens kijken. Mijn handen passen helemaal om je schouders heen.’
Ha! Ha! Ha!
Als het je niet zint, spreek dan af met Inge de Bruin!
De broer van vriendinnetje, middenin de pubertijd, wierp een blik op mijn nieuwe schoenen, keek naar mij, keek weer naar m’n nieuwe schoenen, waar ik zó blij mee was, en schoot in de lach.
‘Je hebt dwergenvoetjes.’
Ha! Ha! ha!
Die dwergenvoetjes kunnen anders heul hard schoppen!
Vorig jaar, net bij een nieuwe locatie gesetteld, stond er een kind van net drie jaar voor m’n neus. Ze bekeek me, hield haar hoofd schuin, en fronste haar wenkbrauwen.
‘Ben jij een meisje of een mevrouw?’
Ha! Ha! Ha!
Zal ik je eens wat vertellen? Ik ben een meisjesmevrouw. En nou buiten spelen!
Dan zal ik u de anekdotes maar besparen van het niet toelaten van een boven de twintig danscafe, terwijl vriendin, twee jaar jonger, vrolijk naar binnen wandelde,
de mevrouw achter het paspoortloket me tot twee keer vroeg of ik nog steeds een meter twee-en-zestig was en ouders die soms stijl achterover slaan bij het horen van mijn geboortejaar en werkervaringen. ‘Ben jij ook van het Maywoodtijdperk?’
En choco ijs, ja choco ijs, is volwassenenijs!
Verdomme!
Verdomme!
Verdomme!