Karin Ramaker.

Als ik niet schrijf, denk ik aan schrijven.

TERWIJL HET VUUR,

wat hoger stond, en er met een pollepel langs stukjes bloemkool en wortel gedanst werd, moest ik even stilletjes grinniken.
Laatst in de (kinder)keuken gingen we ‘groetesoep’ maken. Vlogen de stukken bloemkool en wortel door gebruik van erg botte mesjes door de lucht.

Broer kwam snoepen van de verse groentesoep, plofte neer op een van de retro stoelen en slurpte bijna zijn soep naar binnen. Hij trok een stukje brood van elkaar, doopte het in de soep en at verder. Ook al zou ik broer niet kennen, dan nog kon ik zien aan zijn manier van eten dat hij het lekker vond.

Toen hij zijn laatste hapje bouillon met zijn lepel uit de blauwe kom schraapte, het in zijn mond stak en zijn kom wegzette, een servetje zocht en zijn mond schoonveegde, knikte hij.

Je bent wat je kent.
Je geeft wat je leert te geven.
Je copieert wat je geleerd bent te doen.

Voor mij was die gretigheid van smullen en de knik genoeg. Zonder woorden.

Toen hij uren later naar huis ging, zijn antracietkleurige halflange jas over zijn schouders gooide en zijn autosleutels van de tafel pakte, draaide hij zich om bij de voordeur.

‘Dank je wel voor de lekkere soep.’

Maar je kunt ook leren.

(En dan zegt ie tussendoor
ook nog eens:
‘K, vind je het nou
niet vervelend
dat je geen camera hebt?’

Hij doet het erom. )


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten