OMDAT IK VAKANTIE HEB,
en dus bij een ander
een weblogstukje neertiep,
over rinkelende voordeurbellen;
Ik doe eigenlijk
de deur nooit open
als de bel rinkelt.
Nou ja, zelden.
Men moet mij maar eerst
even bellen,
met de telefoon,
dat hij of zij
(of wie dan ook)
eraan komt.
Ik heb al eens
zomaar de deur opengemaakt
met een yoghurtvlek
in het hoekje van m’n mond
waardoor de hoekbuurman
moest gniffelen.
En stonden er vorige week
twee Yehova getuigen
voor de deur.
Waardoor ik nogmaals de regel stelde:
Ik doe nooit zomaar open.
En nee, ik ben niet spontaan
met die dingen.