DE MEVROUW IN DE OLIEBOLLENKRAAM,
leek net een tokkie. Ik had net twaalf oliebollen voor zes euro besteld en een Berlinerbol van een euro dertig. Nu zijn mijn rekencapaciteiten niet om naar huis te schrijven, maar toch bedacht ik me dat het in totaal zeven euro dertig was.
‘Moet er poedersuiker op de Berliner?’
Ik zei: ‘ja, graag.’
Toen ze de zakjes dichtgefrommeld had en ze in een plastic tasje deed, meldde ze dat het acht euro veertig was. Ik fronste m’n wenkbrauwen.
‘Maar, de oliebollen zijn toch zes euro?’ piepte ik.
Mevrouw tokkie hees haar in felrood gehulde gebreide trui met inhoud over de rand. Haar grauwe gezicht vertrok terwijl ik slikte.
‘Je hebt toch ook poedersuiker gevraagd?’
Ik dacht na.
‘Voor een euro tien?’ schoot ik uit m’n slof. Ik voelde m’n rode wangen die toch al rood waren van de twaalf minuten zonnebank even ervoor, omdat zestien minuten niet verstandig was, volgens de eigenaar die op Gordon leek, want er zaten nieuwe lampen in.
Volgens mij was dat een soort van druppel. Ik zag mevrouw tokkie’s gouden voortand en dubbele tong en haar blinkende armbanden om haar vrij forse pols.
‘Laat maar.’ riep ik.
Morgen he, morgen maak ik zelf wel oliebollen. Met de oudste kinderen van m’n groep. Die zijn tien maal lekkerder dan bij jouw stomme kraam. En ik kan wel rekenen!
Nee, dat riep ik niet. Ik dacht het.