Toen ik begon te werken als bleu begin twintig meiske, bij een basisschool die qua team vrij open was, keek ik op naar anderen en leerde van hun werkwijze.
Toen ik jaren later de kans kreeg zelf een lokatie op te starten, via het brede school idee voor een naschoolse opvang, en dus een klaslokaal ging inrichten in een openbare basisschool waar ik niet alleen verantwoordelijk was voor de aanschaf van meubilair maar ook werving van ‘klanten’, de kas, intake-gesprekken, boodschappen, contacten met de schoolleiding, verslag uitbrengen in een zeswekelijkse overleg, kindverslagen bijhouden, oudergesprekken, contacten met buurtnetwerk, enzevoorts, dacht ik dat ik het een verademing zou vinden alleen te werken. Lekker zelf alles beslissen en regelen. Ik ben soms een tikkeltje eigengereid.
Maar ik snakte, na een jaar, naar samenspraak. Overleg. Twee-eenheden. Ik verliet met pijn in m’n hart mijn werkplek om te switchen naar een groter team (en dichterbij huis).
Een groter team betekent meer meningen, meer gedachten, meer kletspraat, meer democratisch gedoe, meer overleg waardoor het langer duurt voordat een punt wordt goedgekeurd, afgekeurd of doorslag geeft. Ik raak soms een beetje moedeloos van dat wijvengedoe. Dat gezever. Dat nutteloze in de rondte geharrewar. Mensen, stel je doel vast, maak je punt, hak een knoop door en ga naar huis!
Ik ben toch meer een solist. Denk ik. Of ongeduldig?
En de haloscan commentbox heeft kuren. Maar ik vind reacties zo leuk. Doe je me deze keer een plezier en mail je het door? metkarin*apedinges*gmail.com
Dank je.