In teruggeven zit het woord geven. Geven is een fysieke (of mentale) uiting van genegenheid naar de ander. Een gift. Blijk van waardering; van vriendschap, zonder enige vorm van achterdocht, jaloezie of wantrouwen iets overbrengen naar de ander. Een hele mooie oprechte uitingsvorm. Ik geef je iets. Alsjeblieft.
Soms raak je verzeild in een situatie waarin jij je ontzettend vergist hebt en je het waardevoller acht dat degene die je iets gegeven hebt (niet uit vriendschapsuiting maar uit noodzaak en dat heb je uit respect en eerlijkheid zo uitgelegd) zo waardig en krachtig is om zichzelf over de borst te strijken en het overdrachtelijke stokje terug te geven aan de ander.
Omdat het niets te maken heeft met ego. Een teruggave is iets dat je doet, afstaat, omdat het grotere; het collectieve, iets belangrijker is dan jezelf en wat jij persé wilt dat er gebeurt. Als ik iets persé zou willen behouden uit gevoel van rechtvaardigheid en de anderen waren het er niet mee eens, dan zou het beter zijn voor iedereen als ik zou stoppen met persé willen.
Het mooie zou zijn als men elkaar iets geeft. De teleurstelling zit ‘m in het (terug) verwachten. De kwaadheid zit ‘m in het persé willen en niet denken: Ik geef het door omdat het goed voelt, omdat het netjes is. Of omdat het liefdevol is. Omdat je in sommige gevallen er beter aan doet om het naast je neer te leggen. Omdat geven vele malen krachtiger en mooier is dan willen behouden.
En zou het terugkeren van een object, de gedachte, het overdrachtelijke, teruggeven zijn.
Geef een reactie