Het is altijd een drempel waar ik overheen moet. Vanochtend ook weer. Je ligt overgeleverd in een tandartsstoel te wachten op een soort vonnis. Je weet ook, mocht er een verdoving plaatsvinden, dan moet ie wel goed zijn. Er passeert je als vanzelf een voorbijgaand scenario aan situaties uit je verleden waarbij juist die verdoving een beetje mis liep. Ik ben trouwens niet bang voor verdoving. Die enorme pistoolachtige spuit mag van mij meteen in de zijkant van mijn kaak gezet worden.
Jaren geleden kreeg ik op een vroege ochtend een ruggenprik in verband met een kijkoperatie aan mijn knie. Vanaf mijn middel zou alles verdoofd moeten zijn. Dat was het dus niet. Toen ik op de operatietafel lag en de chirurg vrolijk een incisie maakte voelde ik een scherpe, brandende pijn en stak mijn hand op. ‘Volgens mij klopt er iets niet. Ik voel alles namelijk.’
Bij de kaakchirurg moest ik tot twee keer toe een verstandskies laten verwijderen wat een beetje een gedoe was omdat de kies lange kromme wortels had en de tandarts de kiezen niet verwijderen kon. Zelden heb ik gehuild maar toen die kiezen er eenmaal uit waren, en ik duizelig van de pijn overeind kwam, helemaal in de war was van de net ontstane situatie, moest ik toch wel een beetje grienen. Wat was ik geschrokken.
Het zorgt voor een tandartsenfobie. Zo goed als. Ik ga trouw twee keer per jaar maar ik vervloek die dag. Ik zou best hele nare, onheilspellende situaties kunnen bedenken van tevoren want, laten we wel wezen, ze zijn vaak al gebeurd.
Vanochtend moest ik weer. Al fietsend draaide mijn maag weer om. Adem in, adem uit. Hij zette een lichte verdoving en vroeg of mijn wang en tong tintelde. Dat deed het niet. Duhuh. Nog een verdoving erbij. Gelukkig is het nu weer achter de rug.
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Arghhh, ik voel helemaal met je mee. Maar het is voorbij en dat lucht op! Dat had ik woensdag toen ik, na 3 zeer pijnlijke momenten bij de mondhyg (taadaa zonder verdoving) op de fiets een klein traantje liet gaan. Ik draai ogenschijnlijk mijn hand niet om en laat me niet meer uit het veld slaan tijdens de uren voor het bezoek, maar die traan achteraf……………..