In de trein had ze schuin tegenover twee opgeschoten knullen gezeten. Ze schatte hen rond de zeventien misschien. Ze waren luidruchtig. Enorm irritant luidruchtig. De coupé zat vol. Tegenover de knullen zaten twee ouderen. Achter hen een vrouw van middelbare leeftijd. Zij klampte haar tas al bangig tegen zich aan. Ergens in de buurt stond een treinconducteur in het tussenstuk.
Er ging een mp3 speler op hard. Zonder oordoppen. Er knalde door heel de treincoupé een rapnummer, een persiflage van het nummer van Lange Frans en Baas B. Dat de rapper het zusje van Lange Frans wel wilde pakken. En nog meer van dat gewauwel. De volumeknop ging harder en ze zongen lachend als Beavis en Butthead mee.
Zij had om zich heen gekeken. Tegenover haar zat een jongeman die haar in de gaten kreeg. Haar ogen hadden namelijk vuur gespuwd. Was er nou niemand die opkeek, het vervelend vond? Deed iedereen nou net alsof ze het niet hoorden? Was er nu niemand die wilde vragen of het alsjeblieft wat zachter kon? Ze wiebelde gefrustreerd op haar stoel en stond op het punt zelf maar te vragen of ze oordoppen hadden meegenomen. De jongeman legde een hand op haar knie. Schudde zijn hoofd ‘niet doen.’ Ze was weer gaan zitten.
In Roosendaal was ze zwijgend uitgestapt. Had de mensen, waar ze de treincoupé mee gedeeld had, nagekeken. In shock. Ze voelde zich boos. Boos vooral op zichzelf. Iedereen was bang geweest. Ze had zich tegen laten houden door een vreemdeling. En nu was ze boos. Boos!
Thuis had ze kwaad haar tas weggesmeten en was op de bank gaan zitten. In het boek dat ze elke dag een keer inlas kwam ze op een onbekende bladzij terecht. Er stond:
2 reacties op “Zwijgen is goud?”
Zit en zat veel in de trein en daar is soms geluid dat je niet wilt horen inderdaad. Afhankelijk van mijn gemoedstoestand zeg ik daar wel of niet iets van. De keren dat ik er iets van zei, ging de muziek altijd zachter. Levendigste herinneren heb ik aan twee jongens, waarvan er een een nieuwe mobiel had. Hij liet een indringende, harde ringtone horen en zei vervolgens ‘ik laat ze allemaal wel even horen’. Ik schoot uit mijn stoel en zei ‘dat dacht ik toch niet!’. De jongens waren verbaasd en een zei ‘waarom niet, ik heb toch betaald voor deze treinrit’. Ik vertelde hem dat ik ook voor de trein had betaald (raar argument van hem), maar dat ik het erg storend vond om al die geluidjes te horen. Daarna was het stil. Op het sneller kloppen van mijn hart nu (er kwam nogal wat adrenaline naar boven).
Ha Karin,
Deze dus. De laatste zinnen triggeren mij. Ze zeggen toch ook “Cultuur is voorleven”?
De bedrijfscultuur veranderen is daarom zo enorm lastig. Goed voorbeeldgedrag geven. En pas maar op: je medewerkers merken meteen wanneer de ‘walk-the-talk’ niet in orde is. Dan bereik je precies het tegenovergestelde.
Integer zijn: binnen en buitenkant hetzelfde, authentiek: droom en daad hetzelfde?
Ha,ha, weer genoeg om over na te denken!
Dank je.