Voor mijn boek schrijf ik op een bepaald moment over beren op de weg zien. Van die enorme gevaarlijkogende beren die je weg vooruit blokkeren en je erg nerveus en bang maken. Vaak zijn die beren er helemaal niet. Beren lopen namelijk normaal gesproken in een dierentuin of ergens ver van Nederland verwijderd. Beren fantaseer je in je hoofd. Nu wil het weleens zo zijn dat die beren erg geloofwaardig gaan worden in je denkbeeldige fantasie. Dat maakt dat je alle rationele logica dreigt te vergeten. De angst en nervositeit wordt groter dan je eigen logische redenering.
Ik wist al een paar weken dat ik na mijn tandartscontrole terug moest komen. Ik had namelijk een piepklein gaatje en er was blijkbaar een heel klein stukje van een vulling afgebroken. Het moest dus gerepareerd. Mijn geschiedenis met tandartsen, praktijken, kaakchirurgen, kiezen trekken die er niet meteen uit willen, verdovingen die mislukken, pijn, zenuwenpijn, heul heul heul veul pijn, is niet van de lucht. Bovendien heb ik een psychisch trauma met tandartsen die niet begrijpen hoe vertrouwen werkt voordat je met je spullen in mijn mond gaat verbouwen.
De tandartspraktijk was maanden geleden overgenomen. Ik was net gewend geraakt aan mijn nieuwe tandarts; zij wist van mijn vertrouwensissues en angst voor de tandarts. Ook in tandartspraktijken raken ze zwanger dus zij ging met verlof. De nieuwe tandarts was uiterst aardig, maar ik wilde niet weer vertellen hoe het zat. Ik hoopte dat er in ieder geval een aantekening gemaakt was van mijn gesprek toen ik me aangemeld had.
De beren verschenen een paar dagen vantevoren. Zomaar ineens tijdens het werk. Ze gromden. Ze liepen lummelig heen en weer op mijn weg. Ze wilden niet weggaan, ook niet toen ik ‘Ksssjht!’ riep. ‘Donder op!’ riep ik er nog achteraan. Pff, ik hoef nog helemaal niet naar de tandarts. Vandaag is het maandag en niet donderdag!’ Logica won het van schrikbeeld. 1-0 voor mij.
Vanochtend had ik nauwelijks mijn zenuwen onder bedwang. Ik bibberde, kon me niet concentreren op mijn werk, bedacht me allerlei scenes die helemaal niet gespeeld waren. Wat nou als de tandarts moeilijk deed over een verdoving zetten? Wat zou ik doen? Dan zou ik dus echt weer gaan! Beren. Ze waren er in grote getale.
Net op tijd bedacht ik me dat de gefantaseerde scenes in mijn hoofd, die allemaal stuk voor stuk een bad ending hadden, gefantaseerde scenes waren. Ze waren fictief. Niet echt. Ze waren namelijk nog helemaal niet gespeeld. Mijn scene begon pas daadwerkelijk in de praktijkkamer waar ik de vraag zou stellen. Er viel een last van mijn schouders.
Het was half een toen ik geroepen werd. ‘Het wordt toch wel allemaal verdoofd?’ was mijn eerste vraag nadat ik zijn hand geschonken had en ging zitten. ‘Natuurlijk, als je dat wilt, doen we dat!’
Et voila. Fuck die beren!
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
2 gedachten over “Beren op de weg.”