Ik heb een dak boven m’n hoofd. Ik heb geld om de huur te betalen en om de kachel aan te zetten als het winter is en koud. Ik heb een toilet en ik heb een douche om me te wassen als ik op een zomerse dag buiten heb zitten zweten in de bakkende zon. Ik heb zelfs een balkon waar ik op zit om te genieten van het groen om me heen. Ik heb het best goed.
Vorige week wandelde ik met twee kleine koters in een tweelingbuggy in het Delftse centrum. Ook zij hebben het goed. Ze hebben mooi houten speelgoed en elkaar. Ze genieten van de treinen die voorbij rijden en van een ijsje als het mooi weer is. Ze hebben een lieve papa en mama en een prachtige tuin om in te spelen.
Er liep een man in snelle pas heen en weer bij de gracht. Hij droeg een afgesleten fleecejack en grijze oude spijkerbroek. Zijn schoenen waren zodanig afgesleten dat zijn ene teen er bijna doorheen kwam. Hij sprak een jonge vrouw aan die heftig ‘nee’ schudde en verder liep. Hij keek schichtig om zich heen toen hij mij zag. Snel liep hij op me af.
‘Mevrouw, wilt u helpen? Ik heb namelijk mijn auto daar staan en hij doet het niet en nu wil ik bellen maar heb twintig cent tekort.’
Ik had mezelf een belofte gemaakt begin dit jaar. Ik zou weggeven wat ik kon missen als een dakloze het me zou vragen. Ik dook in mijn tas.
‘Nou, als u vijftig cent hebt ben ik meer geholpen. Of een euro, of…’ Ik keek op. ‘Als u kunt wisselen van-‘
‘Ik geef u wat ik missen kan, oké?’ vroeg ik en keek hem aan. ‘U heeft helemaal geen auto hè?’
Zijn schouders zakten naar beneden.
‘Ik ben geen sloeber hoor.’ hoorde ik hem zeggen.
Het raakte me.
‘Ik zou ook geven als u een sloeber was. En wat is een sloeber?’
Ondertussen was de oudste koter een beetje ongeduldig geworden dus gaf ik de man mijn overige kleingeld en vertrok weer. Het is onvoorstelbaar te bedenken dat wij geen ijsje zouden kunnen kopen of toiletpapier. En dat je de hele dag mensen moet aanspreken om een beetje geld te verzamelen. Dat de prettigste manier om de dag door te komen zou zijn dat je blowtjes ging roken of erger.
Had ik al gezegd dat ik best blij ben met mijn dak boven mijn hoofd? Met de keuken en de koelkast en dat ik brood kan kopen bij de supermarkt of bakker? En dat ik zelfs af en toe een hapje buiten de deur eet in een eetcafé of restaurant?
Count your blessings.
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
vannacht nog gedroomd over een zwerver. het was koud.
in Los Angeles gaan ze de daklozen een dak boven hun hoofd geven omdat men tot de conclusie is gekomen dat je wel hoog en laag kunt roepen dat mensen van de drank en drugs afmoeten maar zolang ze in een uitzichtloze situatie zitten dit zelden of nooit doen. dan is er maar 1 dag. vandaag. plezier. ga het Herman Brood maar vragen.
bemoedigend dat Amerikaanse beleid op dat vlak! zie http://nos.nl/video/253059-los-angeles-wil-daklozen-van-straat.html
Zucht, zat de wereld maar wat rechtvaardiger in elkaar.
Ik ben weer onder de indruk van je schrijfstijl. Het leest zodanig vlot dat ik het precies zelf meemaak. Alleen zou ik wat meer jou ingesteldheid mogen hebben op dat vlak.