Meestal eet ik geen chocola. Een echte chocolaliefhebber ben ik eigenlijk niet. Het schijnt typisch een vrouwending te zijn; choco-cravings, maar nee, ik kon me er tot op heden niet op betrappen.
Totdat ik in Delft een net geopende ijssalon aantrof. Het is er verrekte warm binnen en ze proberen met waaiers de boel nog enigszins een beetje te koelen maar soit, dat chocolade ijs… Om een moord voor te doen zo lekker. Dus ik heb menig smoesje verzonnen daar nog even langs te wandelen en soms wel en soms niet een stap binnen te zetten.
En gisteren dacht ik ineens: bonbons!
De juiste bonbonwinkel was niet in de buurt dus stond ik te kwijlen te kijken naar de schappen van de dichtstbijzijnde supermarkt. De snoep- en koekafdeling. Twix, Nuts, Mars. Sinaasappelchoco’s. Koekjes met een chocolaag. Bon bon blocs.
Krasplaat!
‘Bouchées met praline melk. Hallelujah! Kopen! Kopen! Kopen! Mijn hersenen waren compleet door elkaar geschud. Zonder erg rukte ik een Cote d’Or uit de schap en wandelde er resoluut mee naar de kassa. Afrekenen!
Gisterenavond was het bon bon bloc tijd. Na twee van die dikke pralines zat ik hartstikke vol.