Het zit me al dagen dwars. Soms zit het me in het algemeen dwars en kan ik er moeilijk mee uit de voeten en soms is er zo’n specifieke gebeurtenis in Nederland waar ik met mijn pet niet bij kan.
Het is niet te begrijpen. Onvoorstelbaar. Ongelofelijk. Niet te vatten.
Er was eens een jongetje uit een ander land waarbij veiligheid, geborgenheid en toekomst onzekerheid kende. Onbaatzuchtig liet een moeder haar kinderen gaan. Een beter bestaan. Wat zou dat moederhart gehuild hebben.
In Nederland kwam dat jongetje bij zijn zus terecht maar zij dropte hem bij het politiebureau. Via pleeggezinnen kwam dat jongetje uiteindelijk terecht bij twee pleegouders die veronderstelden, zoals altijd, dat het jongetje tijdelijk bij hen zou blijven. Er werden asielaanvragen gedaan en uiteindelijk, omdat het jongetje na jaren nog bij de pleegouders woonde, werd de voogdij aan de pleegouders gegeven.
Het jongetje sprak gewoon beschaafd Nederlands met een sterk ingeburgerd Limburgs accent, speelde voetbal en ging naar school. Nu is hij achttien maar moet opeens terug naar zijn geboortegrond. Geboortegrond zonder roots. Geboortegrond zonder communicatie. Geboortegrond. Dat is echt alles wat hij daar heeft.
Hoe kun je van mij verlangen dat ik dat begrijp? Door de regelgeving en traagheid van de wet is hij nu Nederlander en voelt zich Nederlander en leeft een normaal en net leven. Dat is niet zijn schuld. En daar hoeft ie niet voor te boeten. Bovendien vraag ik me af waar zijn kinderrechten zijn? Is dat niet het meest belangrijke waar we met z’n allen overheen walsen? Het recht op een normaal, geborgen bestaan. Bij ouders, of verzorgers, die het beste met hem voor hebben.
En ik begrijp niets, niets van een partij met de bijbel in hun broekzak. Maar wat nu? Wat kunnen we nog doen? Doen?
Eén reactie op “Wat nu?”
En dan ook nog een geboortegrond vol met landmijnen…