Vroeger kreeg je een cijfer op school voor schrijven. Niet alleen werd er gekeken naar de spelling maar ook hoe mooi en netjes je schrijven kon. Mijn broer had moeite met fijne motoriek en deed het niet bewust maar kreeg steevast negatieve reacties van leraren op zijn hakkelige en houterige schrijfletters. Het zorgde ervoor dat schrijven geassocieerd werd met niet leuk en vervelend.
Vroeger schreef ik aan elkaar en met vulpen en gelukkig streepte en vlekte ik niet met mijn linkerhand over de woorden. Schrijven was mijn lust en mijn leven en kreeg ik mooie hoge cijfers voor spelling en netjes schrijven. Ik hield van de krullen, lussen en blauwe inkt die de lussen en krullen maakte en dat mijn hand deze zinnen vormde tot een verhaal.
Nu ben ik achter in de dertig (sjezus, ik kan er maar niet aan wennen) en wordt mijn schrijven steeds minder netjes. Ik maak de lussen en haken amper af. Ik schrijf sneller en slordiger en ik maak veel sneller fouten alsof mijn schrijven achteruit gaat, zoals mijn leeftijd groeit.
Misschien houd ik daarom nog steeds van een échte agenda waarin ik mijn afspraken zet en schrijf ik nog steeds graag kaartjes waar een postzegel op moet. Maar hoeveel kaartjes ik de prullenbak in moest gooien omdat ik uitschoot of een woord verkeerd schreef is niet te rijmen.
Hoe vaak schrijf jij nog? Schrijf je nog weleens een kaartje voor iemand?
Geef een reactie