Dat je boodschappen hebt gedaan en je voor een zakje walnoten alsnog naar een andere supermarkt moet. Met mijn chagrijnigheid was het al goed gesteld. Bij de Albert Heijn stond een meut kinderkes achter een dranghek. Ze vroegen elke voorbijganger die klaar was met afrekenen of ze voetbalplaatjes hadden. Als je alleen voor een zakje walnoten de Appie in wandelt kun je er vergif op innemen dat je met meer aan de kassa verschijnt. Met een plant bieslook bijvoorbeeld. En zeezoutchips.
Nadat ik mijn tas had ingepakt maakte ik aanstalten om de deur uit te piepen. Gauw naar huis. Geen zin in die bonkende hoofdpijn en rode jeukogen van de plotselinge hooikoorts.
‘Mevrouw, heeft u voetbalplaatjes?’ vroeg een, naar ik schat, negen jarig blond meisje achter het dranghek.
‘Nee, sorry…’
‘Wat nou sorry!’ riep ze verontwaardigd terwijl ik doorliep.
Ik stond even stil. Had ik het nou goed gehoord? Ik draaide me op mijn hielen om.
‘Wat nou sorry?’ vroeg ik.
‘Ja, wat nou sorry!’
Ik bekeek het groepje ongeleide projectielen even. Een zielig volkje kinderen achter een oranje dranghek. Zo’n groepje net-niet-pubers met teveel grote mond. Alsof het Nederlands elftal ging winnen vanavond. Dat ze even een beetje heel erg normaal deden!
‘Wat nou sorry? Wat nou voetbalplaatjes!’ riep ik hard uit.
Het groepje was even stil. Alsof ze het even moesten verwerken. Ik verliet de Albert Heijn met opgeheven hoofd.
Geef een reactie