Het bakfietssyndroom.

Het bakfietssyndroom is een spontane afkeer die je voelt bij het zien van een bakfiets die aan een paal of boom is vastgezet. Oh, daar wonen dus bakfietskinderen met hun bakfietsouders, denk je dan. In eerste instantie verschenen ze vooral in hippe Vinex-wijken, waar jonge ouders met kleine kinderen woonden. Kinderen die in de achtertuin stonden te schreeuwen dat hun vader een “stommert!” was.

Zo ging dat: nadat zo’n kind een paar keer had aangedrongen dat het écht met een vriendje wilde spelen en vader hem maar moest brengen (“want hij heeft toch een bakfiets!”), en vader vervolgens weigerde, riep het kind verontwaardigd: “Stommert!”

De bakfiets is een onding als je er zelf niet op rijdt. Het heeft iets truttigs en burgerlijks. Ik ben niet de enige die er zo over denkt. Op een feestje zei iemand dat ze in haar wijk niet nóg meer bakfietsen wilde zien. Volgens haar was het een teken van het jonge-ouders-syndroom, dat een bepaalde sfeer met zich meebracht waar ze merkbaar van gruwelde.

Kinderen in bakfietsen laten hun plastic boterhamzakjes zorgeloos wapperen in de wind. En als ze zo’n zakje loslaten, belandt het tegen jouw gezicht, met als resultaat dat je bijna een ongeluk veroorzaakt. Ook zie je altijd een bepaald type ouder op een bakfiets. Bakfietsouders zijn opvallend vrolijke zangers; ze zingen met hun kroost vol overgave alle liedjes van K3 tot Olifantje in het bos. Geen moment bekommeren ze zich om de omgeving, die het liefst zou willen dat ze hun mond hielden.

Daarnaast is de bakfiets ook nog eens behoorlijk prijzig. En als je geen elektrische versie hebt, fiets je je letterlijk een breuk. De bakfiets is eigenlijk een soort verkapte verhuisdoos: je kunt er van alles in vervoeren, naast je kind.

Maar gisterenmiddag, bij een temperatuur van 33 graden in Delft, fietste ik zelf vier keer heen en weer met een elektrische bakfiets om mijn oppaskinderen naar een vriendje te brengen en weer op te halen. Ik was kapot, ondanks het feit dat ik met gemak als een malle langs alle puffende fietsers reed, terwijl zij onderweg flesjes water leegdrinken.

En toch… er gebeurde iets met mijn bakfietssyndroom. Terwijl ik om me heen keek naar het uitzicht van groen gras, de blauwe lucht en de wapperende haren van mijn oppaskinderen, voelde ik me ineens compleet tevreden. Terwijl een zweetdruppel langs mijn nek en rug in mijn T-shirt gleed, reed ik een brug over en sloeg ik de hoek om naar hun huis.

Ik was genezen.

(Foto via antwerpenize.be)

Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.


Ontdek meer van Karin Ramaker.

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

2 gedachten over “Het bakfietssyndroom.”

  1. Ik had nog niet eerder van het bakfietssyndroom gehoord. Gelukkig is het geen ongeneeslijke ziekte.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten