Gisterenmiddag liep ik naar mijn werk via de ’toeristische route’ die langs vijvers, groen en mooie bomen ging. Er stond ergens een treurwilg te ruisen in de wind. Er waggelden eenden over het pad. Ik had even ervoor staan kijken bij een boekwinkel in het winkelcentrum. Als ik even met vakantie zou zijn straks zou het wel zo fijn zijn om in mijn tuinstoel met een glas rode wijn een goed boek te lezen. Inmiddels had ik al een verlanglijstje aangemaakt, met de nadruk op lang.
Ik was een beetje aan de vroege kant omdat ik frisse lucht nodig had. Ik was in gedachten verzonken toen mijn oog viel op een hoop rotzooi langs de kant van de weg. Het zou snel weggebracht worden naar de vuilstort. Ik verzuchtte wat. De ironie.
Geef een reactie