Vannacht, of vanmorgen vroeg, werd ik wakker van de regen. Het raam stond open vandaar dat het geluid van de regen harder klonk dan wanneer het raam dicht zou zijn. Ik spitste mijn oren want ik wilde vaststellen of ik eruit moest om het raam dicht te maken of niet. Als ik eenmaal lekker warm in mijn bed lig wil ik er eigenlijk niet meer uit. Ik hoorde de harde regen op de stenen kletteren. Mijn arme plantjes hadden nu wel genoeg water gehad, hoor. Ik luisterde nog even aandachtig. Volgens mij kletterde de regen steil naar beneden. Mooi. Het raam bleef open. Ik hoefde er niet uit.
Ik hoefde er niet uit.
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.