Er liep een opvallend donkergroene rups op het witte plafond. Hij schoof zijn lijf langzaam in stapjes vooruit. Even ervoor rende mijn oppaskind blij naar het keukenblad want er stond een glazen pot met bladeren en twee ‘caterpillars‘ erin. Het was afgedekt met folie en had kleine gaatjes. De rupsen waren lichtgroen en plakten hun lijf tegen het glas. Mijn oppaskind liet ze trots zien. ‘When they’re large enough they become butterflies!’
Die donkergroene rups op het plafond liet me niet met rust. Terwijl ik de vuile afwas in de machine deed keek ik met een schuin oog naar boven. Ik was niet echt onder de indruk van dat diertje, ik vond het zelfs een beetje een eng beest, terwijl ik wist dat het zo’n mooie vlinder werd.
Het moest worden wat het zou worden. Het moest transformeren. Zonder de rups geen vlinder. Wat niet was ging nog worden. Het zou nog even duren voordat die donkergroene rups zijn weg vond naar de slaap en zijn cocon zou afdoen.
Welke kleuren zou deze rups uiteindelijk krijgen als zijn vleugels opgedroogd waren en konden uitstaan? Het zou een verrassing blijven.
Geef een reactie