Vanmiddag was het net droog toen ik onder de kap ging staan van school om mijn oppaskind op te halen. Op de speelplaats liep een klein jongetje wiebelend heen en weer. Toen ik beter keek zag ik dat hij ook zijn voorkant vasthield. Een gevalletje ik-moet-plassen. Moeder stond druk te praten met een andere moeder. Ze hadden niet in de gaten dat het jongetje heen en weer wiebelend piepte: ‘Ich muss pipi!’ ‘Ich muss pipi!’ Mensen die het zagen wisten wat ik wist, dit jongetje ging in zijn broek plassen. De toiletten waren te ver weg en moeders had nog steeds niets door. Je zag de wanhoop in de ogen van het kleine kind. En toen schoof hij heel snel zijn broek en onderbroek tegelijkertijd naar beneden en plaste pontificaal op het schoolplein.
Als je moet, dan moet je, maar als je vrouw bent wel in een urinoir. Ja, je leest het goed, in een urinoir. De dame die vorig jaar heel nodig moest kon niet anders dan ergens in een donker steegje gaan plassen. Ik kan me voorstellen dat deze vrouw liever een toilet had opgezocht of naar huis was gegaan maar de omstandigheden waren er blijkbaar naar dat dit niet anders kon. Aangezien er in de steden een fors aantal urinoirs staan voor mannen (plassen mannen veel vaker en kunnen zij hun plas niet ophouden totdat ze thuis zijn?) maar veel minder toiletten voor vrouwen wordt het heel erg lastig om naar de openbare w.c te gaan.
De rechter bepaalde vandaag in een rechtszaak dat een vrouwelijke wildplasser ‘desnoods haar behoefte op een urinoir had moeten doen.’ Ik denk dat deze rechter een man was.