Er stond een soort Mladic in de tram. Hij had niet alleen de fysieke trekken van de net veroordeelde man. Hij zei ‘Zit!’ tegen zijn vrouw en ‘Hou je mond!’ De tram was voller dan normaal dus ergens anders gaan zitten kon niet. Men aanschouwde het dus maar en hoorde het aan.
Er werden blikken gedeeld. Bijna rollende ogen. Meestal een soort ongemak en zelfs een beetje angst. Het zou je man maar zijn. Zo’n man die blafte tegen jou wat je moest doen en laten. Zo’n man die nooit eens vrolijk keek. Met zijn vinger zei wat je niet moest doen. Of hij vertelde met die ene vinger dat je moest zitten. Als hij het niet hardop zei dan wees hij.
Ik zou willen dat er Karma bestond. Dat de man die leek op Mladic een koekje kreeg van eigen deeg. Een lel om zijn oren. Een snauw uit onverwachte hoek. Een vrouw die eindelijk haar man verliet en alles meenam.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Jij maakt wel veel mee in het openbaar vervoer. Het is een vruchtbare bodem voor fictie, hoewel het in de realiteit gebeurt.
@Liesbeth: dat je je bijna afvraagt: is dit wel echt? soms zie en hoor ik dingen, gesprekken, situaties, waarbij ik dat denk.