Er is eigenlijk nauwelijks ergens enige saaiheid te vinden, bedacht ik me laatst. Ik zat weer eens in de tram. Het is vreemd maar in de tram bellen mensen vaker, harder en veel vaker met de meest surrealistische scènes die je kunt bedenken.
Zo dacht afgelopen week een mevrouw, die in een zitje zat bij de deur, dat iedereen haar altijd rillende chiuaua wel zou zien als zij naar binnen wandelden. Maar nee. Ik hoorde een honden gekerm want grote schoenen schopten tegen het beest aan. ‘Sorry!’ mompelde een meisje. Daarna een grote man met grote schoenen. De vrouw bedacht zich niet dat ze haar piepkleine hondje in haar shopper zou kunnen doen. Het beestje werd per halte nerveuzer.
Er stond een man in tram. Hij sprak met iemand aan de telefoon.
‘Heb je het nou geregeld?’
Stilte.
Is die advertentie zo duur?! Is het een large?’ Hij lachte om zijn eigen grap.
‘Dat kost me de helft van de begrafenis,joh.’
Ik vroeg me af voor wie hij een begrafenis moest regelen. Misschien was het zijn afwezige moeder waar hij eigenlijk nog geen stuiver aan wilde uitgeven. Of wilde de persoon aan de andere kant van het telefoongesprek per sé een advertentie in een regionaal en landelijk dagblad. Dan was je al snel een paar duizend euro kwijt volgens mij.
De man wreef vermoeid over zijn voorhoofd.
‘Maar dat kost me de helft van de begrafenis,joh.’ Probeerde hij nog maar eens.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.