Het was vroeg in de ochtend en koud toen ik naar het koffietentje liep voor het interview. Toen ik naar binnen liep en ging zitten was het nog steeds niet warm en besloot ik mijn sjaal om te houden. Op de een of andere manier zat de kou toch ook in de nek.
De journalist en ik bestelden koffie. De eigenaar liep ook een beetje kouwelijk heen en weer zag ik. Hij wreef met zijn handen over zijn armen.
‘Maar, vertel. Hoe kwam het nou tot stand?’
Ik dacht even na. Het eerste hartje dat ik vond was op een zondagmiddag ergens in 2006. Ik had mezelf naar buiten geduwd. In eerste instantie had ik helemaal geen zin. En dus liep ik door het verlaten centrum met mijn fototoestel. Dan had ik tenminste wat te doen. Waar was ik naar op zoek? Ik had geen idee.
‘Ik zag een knalroze kauwgumhartje liggen langs het spoor op het asfalt bij het station.’ zei ik. ‘Ik fotografeerde het. Het gaf me een verrassingsgevoel. Zo van: ‘Hé, da’s leuk!’ Ik weet nog dat ik het erna op mijn blog plaatste. Meteen kreeg ik meerdere reacties. Ook via email kreeg ik opeens toevallig gevonden hartenfoto’s toegestuurd. Na een tijdje kreeg ik er zoveel dat ik er een apart blog voor maakte. Een blogspot volgens mij. Maar ik moest alles handmatig erop plaatsen. Dat was niet te doen.’ Ik glimlachte bij het idee.
‘Een oplossing bood Flickr. Op die pagina werden de hartjes verzameld. Daardoor had ik er minder werk aan. De vele reacties hebben me wel aan het denken gezet. Mensen hadden allemaal hetzelfde gevoel: Je wordt blij van die hartjes. Het is een soort goed nieuws te midden van veel narigheid.’
‘En wanneer ging je dan exposeren?’
‘De eerste expositie was in Theater aan het Spui in Den Haag. Ik heb er toen een collectebus van de Hartstichting bij gezet. Er was toen volgens mij een actieweek. Er volgden meer tentoonstellingen, zoals in het VU medisch centrum in Amsterdam op de afdeling cardiologie. Die expositie was alleen bedoeld voor patiënten en hun bezoekers. Het verplegend personeel was aanvankelijk een beetje angstig. Men wist niet wat het met de patiënten zou gaan doen. Maar het had een heel goed effect. Toen ik twee maanden later voor de spullen kwam, waren de patiënten heel erg teleurgesteld dat het stopte. Er kwam een vrouw in een bed langsgereden en zij zag mij de foto’s eraf halen. ‘Nee!’ zei ze, ‘Gaat het eraf?’ Ik heb met tranen in mijn ogen alles weggehaald. Ja, het moest; het is een reizende tentoonstelling. Op een gegeven moment belde een mondhygiëniste uit Eindhoven. Zij wilde de expositie voor de wachtkamer. Op die manier kon ze de patiënten afleiding bezorgen. Dat vond ik geweldig!’
‘En nu komt er een nieuwe expositie?’
Het was lang geleden dat ik weer iets nieuws georganiseerd had met betrekking tot Hart Op Straat. De collecteweek van Hartekind maakte het weer in me wakker. ‘Ik ging praten met Bonny van der Burg. Zij heeft een koffie- en borrelcafé in het centrum van Den Haag. Ik zag daar wel wat gebeuren. Klein, knus, ongedwongen.’
En terwijl ik zo zat te vertellen begon er wat te borrelen. Een gevoel wat ik misschien een beetje was vergeten. Het ging namelijk om het vrij simpele idee van blijdschap creëren. Ik zag de journalist druk schrijven. Haar blauwe pen gleed rap over het schrijfblok heen. ‘Even wachten hoor.’ zei ze regelmatig als ik ineens wel snel uit mijn woorden kwam. ‘Het is toch best bijzonder hoe dat werkt.’ dacht ik hardop na. ‘Het idee is vrij klein en simpel. Het effect lijkt ook klein en simpel. Maar het werkt wel door. Dat telt.’
Ik deed mijn sjaal af.
De mini Hart Op Straat expositie is te zien vanaf woensdag 14 februari (Valentijnsdag) tot en met zondag 18 februari bij Bob’s Your Uncle in de Korte Molenstraat 11A in Den Haag. En als je wilt kun je een bedragje in de collectebus doen voor Stichting Hartekind. Er is dan precies in die week een collecteweek.
Bekijk het Facebook event. Wil je blij worden? Check instagram! Meer informatie hier!
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Eén reactie op “Het ging namelijk om het vrij simpele idee van blijdschap creëren.”
:-))