De Amerikaanse jonge vrouwen zaten buiten tegenover elkaar aan een houten tafeltje bij een brood- en koffiezaak. Ze wachtten op hun late lunch toen de een de ander vroeg naar haar moeder. Met een typisch Amerikaans accent, bijbehorende vocal fry en ze bij elke zin een vraag leek te stellen antwoordde zij dat haar moeder er moeite mee had dat haar dochter ervoor gekozen had naar het verre Europa te gaan. Ze begreep wel, zei ze, dat ze hier een baan had en wilde blijven, maar ze miste haar dochter zo. Ze miste haar, ontzettend. Ze miste haar in elk telefoon of face-time gesprek. Het missen was een middel geworden om schuldgevoel op te wekken. En het werkte, zei haar dochter. Ze voelde zich enorm schuldig dat ze koos voor haar eigen leven in plaats van zich te schikken naar de wil en wens van haar moeder. ‘Maar ik sta stil als ik terugga.’ zei ze. ‘Mijn moeder is alleen en kan haar leegte niet opvullen. Maar daar ben ik niet verantwoordelijk voor, toch?’
Ik zat naast hen. Ik bestelde een Cultcha Kombucha. Het was sterk gefermenteerde thee met appel en gember. Het smaakte naar shandy. Ik dronk het vroeger als kind. Misschien was ik twaalf, dertien. Het zou nu uit den boze zijn om je kind een mengsel van 7Up en bier te geven. Een soort toestemming om sneller volwassen te worden. Mee te doen. Ook al wist je niet wat het in vredesnaam betekende. Je dronk het omdat het lekker was en omdat de omgeving er sterk op reageerde.
Ik las later een interview met Renate Dorrestein. Ze bleek, terwijl iedereen de doden herdacht, zelf voorgoed haar ogen te hebben gesloten. Ze vertelde in het interview dat ze soms een idee had waar een hoofdpersoon naartoe zou gaan, niet per sé fysiek, maar dat het haar pas later duidelijk werd hoe ze zichzelf neerzette.
‘Ik herschrijf al mijn boeken verschillende keren en rommel ze zo uit de oersoep bij elkaar.’ zei Renate Dorrestein later in het interview.
Oersoep. Dat woord zocht ik op. Door ontladingen ontstane organische verbindingen. Deze organische verbindingen zouden de basis hebben gevormd voor de eerste primitieve organismen. Ik dacht aan mensen en hun primitieve oergevoelens en de verhalen die ik geschreven had. En oersoep en wat mensen deden en zeiden omdat hun primitieve gedachten zorgden voor uitingen. Zoals een schuldgevoel opleggen bij je dochter. ‘Als je ver weg van me gaat red ik het niet.’
De zon scheen fel op het terras. Het werd warm. De sterk gefermenteerde sap gutste bijna over de rand van mijn glas toen ik de fles leegschonk. Oersoep.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Eén reactie op “Oersoep.”
Mooi!