Ik sta bij de kassa van de Jumbo. Net ervoor had ik een leuke werkafspraak gehad bij een strandtent en ik had mezelf voorgenomen op de terugweg wat boodschappen mee te nemen. Een mevrouw voor mij wacht even op de kassière die moeite heeft met de kassa en wordt begeleid door een collega. Ze moet ingewerkt worden. Ik wacht geduldig, tijd genoeg. De mevrouw voor mij rekent af en maakt plaats voor mij. Het meisje vraagt wat aan haar collega. De collega legt het uit. Het duurt even.
‘Hallo!’ zegt de kassière tegen mij. Ik knik vriendelijk terug en zeg ook ‘hallo’. Ze begint met scannen en ik berg mijn boodschappen op in mijn tas. ‘Zo!’ zegt een man achter mij, ‘Er zit hier een hele delegatie!’ Hij kent de collega blijkbaar. De collega van het meisje wuift het weg. ‘Ik vind er anders niks aan hoor!’ Ik kijk op. Het meisje achter de kassa scant rustig door en geeft aan mij het bedrag door. Ik pin. ‘Wilt u de bon?’ Ik schud mijn hoofd en ga verder met inpakken.
‘Het lijkt mij ook helemaal niks. De hele tijd niks doen en naast iemand zitten die het nog moet leren.’ De collega wuift het weer weg. ‘Alsjeblieft zeg!’
Ik pols de gezichtsuitdrukking van de kassière. Ze moet het allemaal gehoord hebben, de collega riep het over haar hoofd heen. De man vooraan de kassa riep ook hard terug. Ik kijk nog een keer voordat ik de winkel uit loop. De kassière werkt stoicijns verder en laat zich ogenschijnlijk niet uit evenwicht brengen.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.