Wat je hersenen met je doen als het weken warm weer is weet ik niet maar ik vergat het een en ander. Als ik ’s morgens opstond kon ik me vergissen in de dag. Als ik naar de keuken liep om iets te pakken wist ik niet meer wat ik er deed. Als ik plaatsnam aan mijn bureau moest ik eerst een half uur stilzitten om de interne hittegolf te trotseren. Dan ebde het langzaam weg en kon ik aan het werk. s’ Avonds een lekker bakje koffie was er niet meer bij. De buitendeur opendoen was eerder een crime dan een opluchting.
Buiten was het ook volkomen energieloos. Bij elke stap die ik zette kreeg ik het gevoel een marathon gelopen te hebben. Ik wandelde voorbij een ijssalon maar liep weer terug. Twee bollen in een bakje. Het was helemaal geen overbodige luxe. We snakten naar een flinke bui regen.
Gisteren zat ik in een snelbus omdat de trams en metro niet reden. Voordat ik instapte hoopte ik op een airco. Die was er. Toen ik uitstapte bij de halte veel verderop (ondanks het drukken op de knop maar ook de chauffeur zou best bedwelmd geweest kunnen zijn) en ik de eerste regendruppels voelde liet ik mijn paraplu ongeopend. ‘Waarom?” vroeg mijn gezelschap. ‘Omdat ik de regen gemist heb.’
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Geef een reactie