Er stond een man te wachten bij de tram die onwennig leek in te stappen toen de tram stopte. Hij hield een kaartje tegen de automaat maar vroeg zich af of het wel goed was wat hij deed. Toen hij het kaartje er drie keer voor had gehouden en mensen zeiden dat hij weer ingecheckt was en dus kon gaan zitten ging hij maar zitten. Zweetdruppels lagen op zijn voorhoofd.
Een paar haltes later stond hij op en wiebelde met het heen en weer gaan van de tram naar de deur. Hij zocht in zijn broekzak. Andere broekzak. ‘Godverdomme…’ klonk het ingehouden.
Hij wiebelde weer terug naar de plek waar hij gezeten had. Weer gevloek. Hij liep weer terug naar de deur. De tram was bijna gestopt. Hij kon zijn ov chipkaart niet vinden. ‘Godverdomme!’ riep hij nu luider. Weer voelde hij zijn beide broekzakken, achterzakken, borstzakje.
‘Godverdegodver!’ Het klonk nu erg hard.
De tram reed de tunnel in. Hij was bijna bij de halte. De man zocht nog eens. Broekzak, andere broekzak. Borstzakje. Achterzak. Andere achterzak. Hij vloekte bijna ‘Godver..’ toen zijn ov chipkaart tevoorschijn kwam. Hij checkte uit.
De passagiers in de tram haalden opgelucht adem.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Eén reactie op “De passagiers in de tram haalden opgelucht adem.”
Prachtverhaal
Slaperige groet,