De stengels van het straatonkruid die uit de kieren van de stenen komen zijn dik en weerbarstig. Ik heb een speciale tuinschaar nodig om de steel te kortwieken. Dan nog is de wortel verstopt onder de steen. Onkruid vergaat zeker niet. Ik probeer het onkruid zo kort mogelijk te knippen maar het geeft een paradoxaal gevoel als ik bezig ben. Wie bedacht ooit dat onkruid weg moest? Dat het onwaardige en niet gewenste planten zijn? Dat ze uit een straatbeeld horen weg te blijven want het past niet bij de rest?
Ik ruk een dikke steel eruit. Ik val er bijna van achterover. Aan de overkant zijn ze aan het verhuizen. De voordeur staat wijd open en de kamer is leeg. De ramen zijn kaal.
Ik zie een verhuisdoos in de gang staan als een eenzaam stukje geschiedenis. Ik krijg altijd een melancholisch gevoel als ik een verhuizing zie. De mensen lopen af en aan met spullen die weggaan uit het ene huis naar een volgend huis. Het afscheid komt steeds dichterbij, er is elders een nieuw begin. Herinneringen worden in dozen gestopt om met tape erover, goed dichtgeplakt, vervoerd te worden in bepakte verhuiswagens tussen opgestapeld meubilair. Het is misschien hetzelfde. Onkruid wieden of verhuizen. Je schoont je straat en je huis op als je denkt dat het nodig is.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Geef een reactie