De deur werd geopend en ik zag een glimps van de kamer. Ik zag een drumstel, een piano en wat gitaren op een standaard staan. Er stonden diverse bladmuziekstandaarden klaar.
Toen ik de ruimte in mocht stond een kleine tengere vrouw met haar twee handen te wapperen. Ze hield ze van haar lichaam af en trok een pijnlijk gezicht. Ze liep heen en weer en lachte even voordat ze naar de kapstok liep. ‘Doet het zeer?’ vroeg ik met een lach. ‘Ja, au!’ zei ze met een zwaar buitenlands accent. Ze liet me drie vingers zien waarvan de toppen knalrood waren. De wijs- middel- en ringvinger. Een eerste les? Ze knikte moeilijk en verliet de kamer. Ik pakte mijn ukelele uit de tas. ‘Wat wil je leren?’ vroeg de docent. ‘Soepel leren spelen. De akkoorden goed leren. Maar vooral soepel spelen.’
Ik zou voor de volgende les vijf nummers aandragen die ik zou willen leren. Als ik ‘Somewhere over the rainbow’ in versnelde versie zou kunnen leren spelen zou ik denk ik gelukkig zijn. En als ik mijzelf vroeger had verteld dat ik ooit nog eens muziekles zou nemen zou ik mezelf uitlachen.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.