‘Misschien leer je wanneer je eraan toe bent.’ Ik schreef deze zin op in mijn notitieboek maar vertelde er niet bij wie het ooit zei. Ik weet het niet meer.
En er zijn momenten dat je plotseling overvallen wordt door een les. Mijn leraren waren altijd de verborgen leraren. De buurman, de onbekende persoon op dezelfde bank op het station als ik. Een kind dat iets zegt waar je vervolgens de hele dag aan moet denken. Een verre vriendin die meestal zwijgend maar soms hardop een zin zegt waarover ik moet nadenken. Of er speelt een situatie die dwingt te leren.
Afgelopen vrijdag zwoegde ik met de plaats van mijn vingers op de ukelele. ‘Veel droog oefenen.’ was het advies. ‘En als je te veel nadenkt ben je te veel bezig met het verstand, zoals tellen. Dat moet je misschien in het begin doen, maar ik zie dat je de muziek ook voelt en dan hoeft tellen niet meer.’ Misschien wilde ik te veel mijn best doen? Het goed doen? Zoals heel veel mensen die het graag heel goed willen doen. Dat verbaasde me.
Ik ben bezig met een,twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht en moet voor de acht al gedacht hebben aan mijn vingers die zich dan moeten verplaatsen van C naar G wat me moeite kost. Die verrekte G. De noten van hard, zacht, hard, zacht, hard in een reggae ritme. Ik struikel soms over de noten wat niet echt lekker klinkt. Oefenen. Alsmaar oefenen. Het leven is een grote oefenles.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.