Gisterenavond zat ik klaar voor een webinar. Met mijn hoofdtelefoon op wachtte ik op de inleiding en het hoofdprogramma. De dame die alles aan elkaar moest praten verdween soms uit beeld. Als ze wel in beeld was haperden haar woorden. In de chat werd er een beetje gemopperd. ‘We kunnen het niet verstaan.’ ‘Misschien moeten we gewoon het filmpje maar gaan bekijken?’ opperde iemand. Dat werd de oplossing. Het filmpje begon met een nieuwsbericht van jaren geleden. Ik begon te lezen nadat ik al huiverde bij de kop van het nieuwsbericht. Het ging over ernstige kindermishandeling. Voor het meisje in het krantenartikel was alle hulp te laat. De vraag was zelfs of men in haar omgeving wel voldoende gehandeld had. Nou ja, niet dus, het meisje werd dood gevonden in een kofferbak. Mijn maag draaide zich half om. Teveel stilstaan bij dit soort nieuws moest ik niet willen. En toch ging het webinar over meldcode kindermishandeling.
En ik dacht aan een paar kinderen van vroeger. Ze speelden bij mij op de groep. Ze waren allemaal op hun eigen manier uniek. Ze vertoonden onzichtbare scheurtjes. Ze waren allemaal op verschillende manieren beschadigd. We praatten erover op onze groep met collega’s. Het stuitte me toen al tegen de borst hoezeer iedereen bezig was hun eigen hachje te redden. Of ze zagen het niet. Verantwoordelijkheid nemen is nogal een dingetje. Want wat nou als we het verkeerd gezien hadden? Wat nou als de ouders kwaad zouden worden? Wat nou als er een heleboel herrie van kwam? Maar na het observeren waren er telkens terugkerende scheurtjes en die scheurtjes werden groter.
Ik dacht aan S. Dat jongetje uit Roemenië met de ondeugende ogen. Hij werd gruwelijk verwend met speelgoed, kwam op een op afstand bediende auto het kinderdagverblijf binnen. Maar hij snakte naar liefde. Hij kreeg alleen maar kritiek. Het was allemaal fout of niet goed genoeg. Wij complimenteerden hem met een duim of gaven hem een knuffel. Dan glinsterden zijn ogen.
Ik dacht aan Z. Het meisje kwam bij ons en had ondergewicht. Moeder was al bij diverse artsen geweest maar haar idee dat ze aan allerlei allergieën leed leken toch niet te kloppen. Er klopten wel meer dingen niet. Z. kreeg een achterstand in haar ontwikkeling. Toen ze pas bij ons kwam rende ze schichtig door de groep. Ze maakte geen oogcontact en ze was moeilijk te bereiken. We leerden dat moeder psychische problemen had. Z. was veel ziek. We mochten haar geen eigen voeding geven alleen wat zij had meegebracht. Dat lustte Z. niet. We trokken aan de bel. Moeder had de ene vriend nog niet het huis uit gezet of de volgende diende zich aan. Management zou het overnemen. Daarna nam ik afscheid op de groep. Ik heb nog een foto met mij en Z. samen. Hoe zou het nu met haar gaan?
En A. Ze wachtte altijd tot ik de lampen uitdeed zodat ze wel naar huis moest. Al bij de eerste ontmoeting bespeurde ik dat er wat was. Ze had vieze onderbroeken. Ze had vaak buikpijn en kreeg medicatie tegen blaasontsteking. Ze speelde veel alleen. Ze was kwetsbaar en iel. Met haar grote blauwe ogen en krullend blond haar was ze een opvallende verschijning. Ik besprak mijn bevindingen met mijn collega’s. Ze hadden niets bijzonders ontdekt. Ik besloot het even aan te kijken. Misschien had ik het mis.
Maar toen het winter werd kwam ze naar de buitenschoolse opvang in veel te dunne kleding. Ze lag op de bank en zag er wit uit. En dan sleepte ze zich maar weer naar huis. Ik hoorde van mensen uit de buurt dat ze ‘s avonds voor een gesloten deur stond te wachten in de kou. Na een aantal gesprekken met management besloot ik het AMK (veilig thuis) te bellen. Ik schrok toen pas wat ik aan signalen op mijn lijst had staan. De vrouw aan de lijn mocht het eigenlijk niet zeggen maar ik was niet de enige die een melding had gedaan. Ook de buren, school en de huisarts hadden over dit meisje gebeld. Na een moeizaam gesprek met vader kwam A. opeens niet meer naar de groep. Ze waren hals over kop vertrokken naar een onbekend gebied in het buitenland.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
3 reacties op “We trokken aan de bel.”
Met het kippenvel op mijn armen en een knoop in mijn maag heb ik je blog gelezen.
Dat het er is weet ik, maar ik kan er met m’n pet niet bij.
@Alice: ik ook niet …
Och jeetje wat triest.. Wij hebben het thuis regelmatig over zien/doorzien, dingen die je ziet maar anderen niet zien, hoe zonde het is dat het zoveel beter kan als niet iedereen alleen maar om z’n eigen hachje bekommert maar ook dat sommigen niet beter willen. Machteloos sta je dan ondanks dat je aan de bel trok en ‘t is inderdaad onvoorstelbaar..