‘Ga maar even ergens anders zitten.’ Ze wapperde met haar hand naar de overige plaatsen in de trein. Hij verroerde zich niet. Hij draaide zich zelfs meer naar haar toe en leunde voorover.
‘Maar ik wil helemaal niet ergens anders zitten. Ik wil bij jou.’
Het was vroeg in de avond. Buiten zag je de lampen voorbij razen. Haar grote, donkere bril stootte bijna tegen het raam aan. Ze had zich helemaal van hem afgedraaid.
‘Waarom zeg je telkens dat je het uitmaakt?’ wilde hij weten. Ze zei niets.
Hij leunde nog meer naar haar toe, fluisterde iets. Ik kon het niet verstaan. Misschien had de jongeman nu pas in de gaten dat dit een privégesprek was en iedereen kon meeluisteren.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Geef een reactie