Terwijl ik mijn ukelele in mijn tas legde en de rits sloot zag ik vanuit mijn ooghoek een bolvormige gitaar, een kleine, in de hoek van het lokaal staan. Hij leunde tegen de muur, ik zag een gesprongen snaar en toen ik beter keek zag ik er zelfs twee tegen de muur geleund staan.
Ze lagen daar oneerbiedig op de koude grond stof te vangen. Er was niet meer mee gespeeld.
‘Wat zijn dat?’ ik wees naar de hoek.
De leraar bewoog zich langs een drumstel en gitaren op een standaard en haalde de twee instrumenten tevoorschijn. Ze leken oud.
‘Het zijn mandolines.’ legde hij uit. De snaren waren dubbel, zes snaren maar samengevoegd.
Ik had net het liedje van The Beatles geoefend, Lucy in the sky with diamonds, ik had ook nieuwe akkoorden geleerd. Dubbele snaren leken me even te veel van het goede.
De leraar streek even met zijn vinger over de snaren. Het veroorzaakte een krassig vals geluid. Alsof een kind zoveel gehuild had omdat het in de hoek moest zitten en toch maar gestopt was omdat zijn stem bijna geen geluid meer voortbracht.
Toen ik met de tram naar huis ging bedacht ik me ineens dat mijn oma vroeger als jong meisje mandoline speelde. Ja, Adri, zei ik tegen haar in mijn gedachten, en nu oefent je kleindochter die je nooit gezien hebt verwoed op een ander klein instrument. Het kon verkeren.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Nostalgische groet,