Toen ik op het tramperron in Rotterdam stond te kijken naar de leegstaande tram achter mij, waar ambulance medewerkers een oudere dame op een brancard legden, wist ik nog niet dat Stephanie Struijk een beeldige vertolking zou zingen van Wij zijn zo jong van Gorki.
Een zee van tijd.
De oudere vrouw had haar lange grijze haren gedrapeerd op een wit laken. Haar wangen waren ingevallen, haar onderkaak was naar achteren gezakt in een staat van verre ontspannenheid. Ik vond het verontrustend.
Ik bedacht me dat er niemand was die over haar voorhoofd aaide. Niemand die in haar oor fluisterde dat ze niet bang moest zijn. De brancard werd omhoog gehesen en de tram uit gereden. De brancard trilde zachtjes over de ongelijke stenen.
En kans op de volgende prijs
Wij sterven van verlangen
Ik luisterde in het knusse theater Walhalla naar Nederlandstalige liederen, naar mooie teksten, zelf geschreven of het waren liedjes van een ander en ik kreeg het nummer van Gorki te horen. Ik dacht aan de oudere dame. Ik hoopte dat iemand nu bij haar was, iemand naast haar bed zat, dat het allemaal meeviel. Dat er met een zachte aai over haar voorhoofd werd gestreeld.
In de show van je leven
is er een zee van tijd.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.