Het was druk in de tram toen een ouder echtpaar vlakbij mij wilde gaan zitten. Even ervoor zeulde een mevrouw in erg korte broek met een trolley langs de smalle gang en bleef meerdere malen haken met haar trolley tussen de zittingen. ‘Sorry, sorry!’ riep ze met harde stem. Iedereen keek op. Toen ze eindelijk wilde gaan zitten zag ze het oudere echtpaar en begon een rede. ‘Jullie zijn oud! We maken plaats voor oudere mensen!’ ‘Nou, nou,-‘ zei de oudere man. ‘Ik voel me niet oud hoor.’ ‘Jullie zien er oud uit!’ riep de vrouw. Ze wees naar hem. ‘Jij ziet er oud uit hoor!’ Ze ging tegenover hen zitten. Ze keek de oudere vrouw aan. ‘Liefde maakt blind!’
‘Gaan jullie naast elkaar zitten! Naast elkaar! Houd jullie hand vast!’ De oudere mensjes deden het ook nog.
Ineens begon ze te huilen. ‘Mijn man is dood! Dood!’ Ze snikte. ‘Hartaanval. Zes kinderen. Eentje ook dood. Hij was lief. Heel lief. Maar nu is hij dood!’ De mensen in de tram vielen stil. Even later ging ze van de dood van haar man en kind over op het leven op straat. ‘Ik was dakloos. Zwaar leven!’ Nu moest ze naar Zoetermeer. Ik ging alvast staan bij de uitgang. Ik hoorde iemand achter mij wat zeggen. Ik keek achterom.
‘Ze is psychiatrisch. Ze gaat naar zo’n opvang overdag maar ze laten haar ook gaan. Dan krijg je dit. Ze heeft bij mij achter gewoond. Ik ken haar. Triest.’
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Ontdek meer van Karin Ramaker.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Triest of treurig
Maar de tijd van het opsluiten was onmenselijker.
Stille groet,
Dat was het.