Je zat vorige week bij het raam naast de voordeur en keek naar buiten. De auto was niet op de plek waar hij normaal gesproken staat. Papa was even visite naar het station brengen. ‘Papa?’ vroeg je. Je wees met je vinger. ‘Papa.’ Je spreekt steeds meer woorden en zegt ze duidelijker. Mama kende je al. Met Mah en Pah bedoel je oma en opa. Je zegt ‘buiten’ want daar ben je graag. Je zegt poesj en haasj als je de boekjes bekijkt. Het wordt makkelijker en je voelt je zekerder.
Toen je in de gang op papa zat te wachten stond ik bij je. Ik dacht een poepbroek te ruiken dus nam je even mee naar boven. Ik legde je op de commode en je wees naar je bed. De lamp. Je maakte het gebaar aan en uit met je hand. Je wees nog eens naar je bed. Terwijl ik bezig was je broek weer goed te doen wees je naar mij. ‘Kah.’ hoorde ik zachtjes. Hoorde ik het nou goed? Nee, ik wilde dat graag, ik hoorde het vast niet goed. Je wees nog een keer naar mij. ‘Kah.’ ‘Ja-‘, zei ik, – Karin.’ Nog een keer wees je. ‘Kah.’
Ik vertelde het die dag alleen aan vriendlief. Misschien had ik het verkeerd gehoord. Misschien was het eenmalig. Toeval.
Gisteren sprak ik met papa aan de telefoon die jou vertelde dat hij met tante Karin aan het bellen was. En ik hoorde heel hard op de achtergrond: ‘Kah!’
Lees hier de vorige brieven aan Q.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Eén reactie op “Kah!”
De K is toch wel de krachtigste letter van het alfabet. Volgens de antroposofische spraakkunst. De K gaat langs je wervelkolom, langs je benen, je hielen de grond in. Dat doet je krachtig staan en vooral aarden. Je naam is dus belangrijk voor Q.
X