‘Waar doe ik goed aan..?’
Het galmde afgelopen jaar vaak genoeg door mijn hoofd.
Al een paar jaar liep ik rond met een stukje verhaal. Het verhaal was een los moment dat gekoppeld zou gaan worden, als ik lef had, aan een groter geheel. Ik sprak met vrienden, familie en besloot om tijd vrij te maken en te beginnen. Elke ochtend nam ik plaats aan mijn bureau in mijn werkkamer en schreef in totaal maximaal vier uur totdat mijn andere werkplicht riep. Ik sloeg nauwelijks een ochtend over.
Na een jaar had ik een eerste versie van een manuscript, waar later vele aangepaste versies bijkwamen. Daarna werden een paar uitgeverijen aangeschreven. Er volgden twee gesprekken met een uitgever. De een zei: ‘Er moet wat aangepast worden maar jouw verhaal verdient een groter publiek. Het moet alleen goed in de markt gezet worden.’
Ik was een debutant. Ik had geen naam. Ik was een lichtgewicht schrijver van non fictie boeken, geen romanschrijver. Met een debutant neemt een uitgeverij risico. Bovendien vroeg de ene uitgever om een gedeelte te herschrijven. Met een boel adviezen, een vol hoofd en een flinke shot aan adrenaline liep ik het pand weer uit.
Er volgde een nieuw gesprek in Amsterdam bij een gerenommeerde uitgever. Ik was zenuwachtig, zat ’s morgensvroeg aan een ronde tafel, hield mijn koffiemok stevig vast en hoopte op een doorbraak. Zo eentje waar je van droomt als je fictie wilt schrijven. Het gesprek voelde als een sollicitatie.
‘Fictie wordt eigenlijk steeds minder goed verkocht.’ zei de uitgever.
Hij was enthousiast, zei hij, zag potentie maar er was aarzeling. Via zijn vragen en opmerkingen kwamen mijn personages tot leven. Ik had hiervoor nooit op zo’n manier over mijn manuscript gesproken! Hij adviseerde mij een personage aan te passen. Nadat de afspraak was gemaakt om het opnieuw te beoordelen heb ik een half jaar op mijn nagels zitten bijten. Ik hoorde niets.
Soms knaagt er al die tijd iets. Iets dat als een zacht stemmetje in je oor fluistert als jij je gedachten de vrije loop laat. Als je alles zou weglaten, alle beoordelingen, alle obstakels, alle meningen van anderen, wat zou je dan doen?
‘Waar doe ik goed aan?’
Als er niet in eerste instantie twee uitgeverijen interesse hadden getoond had ik heel misschien deze enorme stap niet gezet. Ergens had ik de bevestiging nodig. Het loslaten van het idee dat je alleen meetelt als je via een bestaande uitgeverij je boek uitgeeft was moeilijk. Ik nam een redacteur in de hand.
Mijn boek, Draagtijd, werd werkelijkheid. In essentie was Draagtijd zelf een periode van doorzetten: zwoegen, hard werken, wikken en wegen, nachtenlang wakker liggen. Ik liet me niet afleiden door mensen die zeiden dat het niet haalbaar was, of die vonden dat je pas écht meetelt als een gevestigde uitgever je werk uitbrengt. Sommigen zeiden zelfs hardop dat zelf publiceren wat lachwekkend was. Ik herinnerde me een podcast waarin een schrijver een collega interviewde, en het woord “eigen beheer” viel. Je hoorde bijna de afkeuring: opgetrokken neuzen, subtiele minachting. Dat was voor mij het kantelpunt. Ik besloot: ik ga ervoor.
Succes is vluchtig. Een korte sprankeling van glitter, bedoeld om aandacht te trekken—zodat anderen zien wie je bent en wat je maakt. Succes betekent niet per se dat je aan tafel zit bij een talkshow of dat je in de top vijf van de bestsellerlijst staat. Maar het helpt wél om een naam op te bouwen. En die zichtbaarheid leidt weer tot verkoop. Natuurlijk draait het om het verhaal, maar succes in de boekenwereld is vaak de optelsom van marketingkracht, zichtbaarheid—en een vleugje geluk.
Marc Reugebrink zegt in zijn boek ‘Het Geluk van de Kunst’:
‘Men moet het vertrouwen hebben in de relevantie van het schrijven zelf op het moment dat men er zich weer aan overgeeft, ondanks de klaarblijkelijke irrelevantie van hetgeen men daarvoor geschreven heeft in de ‘echte’ wereld daarbuiten. Men moet geloven. En voor zover die droom als ‘existentiële noodzaak’ wordt ervaren, gaat het hier om een… (ik aarzel om het uit te spreken) …kwestie van leven en dood. Het gaat om zingeving.’
Met bloed, zweet en tranen een papieren bundel produceren, dat was in 2019 mijn succes. Mijn moment. Mijn droom.
Naar een idee en initiatief van Punkmedia.
Geef een reactie