Er staat een vrouw voorovergebogen op het perron. Haar schouders schokken licht. Ik drink een slok koffie uit mijn thermoskan en kijk op het bord maar het staat nog steeds op wit. Er lopen een paar reizigers langs maar lopen met een boog om de vrouw heen. Ik ben verbaasd. Na nog een rochel en een rokerskuchje begrijp ik wat er aan de hand is. Men is bang voor Corona.
Als de trein vertrekt hoest een man. De vrouw naast hem kijkt hem even aan. Er worden blikken gewisseld. Geen ik-vind-je-leuk-blik. En als er nog meer gekucht wordt gaan er gezichten in de kommen van mouwen. Op het station in Utrecht stap ik uit. Ik zie een vrouw met een mondkapje op. Ze loopt snel met een rolkoffer richting de roltrap. In de trein richting Den Bosch belt een man en verslikt zich in zijn koffie die hij bij Starbucks heeft gehaald. Er gaat een hoofd omhoog. ‘Nee, geen corona!’ roept hij tussen de hoestbui door. Ik hoor gegniffel.
Op de plaats van bestemming leest broer voor uit de krant op zijn app. ‘Een besmetting in onze woonplaats.’ verzucht hij.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Wil je meedoen met de schrijfcursus roman schrijven? Hier is meer info!