Je zit nog even samen op het balkon in de schaduw want de zon is verdwenen achter het huizenblok en je houdt elkaar vast want het is de laatste keer. De laatste keer samen, hier, thuis, in het huis waar je nog zo vaak verjaardagen hebt gevierd, Chinees eten hebt gehaald met de familie en het aan de grote tafel hebt opgegeten. Waar je samen de kerstboom hebt opgetuigd en lampjes met verwarde snoeren uit elkaar hebt gehaald.
Je kijkt elkaar aan, en je wilt zoveel zeggen maar het lukt niet echt. Woorden zitten vast in je keel. Als je zou praten zouden ze ergens vast blijven zitten en weer terugschieten naar boven dus zeg je maar niets want misschien is alles wel gezegd. Je weet ook niet of ze het allemaal wel hoort. Maar zij zegt: ‘Het komt goed’ en je hebt het misschien al die tijd willen horen maar nu het dan zover is voel je alleen maar verdriet. Want het onvermijdelijke is aangebroken, ze gaat jullie huis verlaten om naar het verpleeghuis te gaan. Misschien ben je wel boos want je zou samen in dit huis blijven wonen. Je zou samen ouder worden. Niet zo, niet op deze manier. Niet dat je nu straks alleen opstaat en je boterham moet smeren. Alleen aan tafel zit.
En dan staan de kinderen klaar om jullie weg te brengen. Het is een lange rit. De zon schijnt en dat voelt vreemd op zo’n dag als vandaag. Misschien ben je moe van alle zorgen. Moe van het uitgestelde afscheid. En nu met de RIVM maatregelen kun je alleen bij het wegbrengen mee naar binnen. Daarna sluiten de deuren.
Wil je mijn blog steunen met een bijdrage? Doneren mag hier.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.