Als allerlei gezelligheidsgelegenheden al maanden gesloten waren en er eindelijk weer een kier geopend wordt doordat jij je lievelingsgerecht weer kunt afhalen, je ijsje weer kunt eten op anderhalve meter afstand van elkaar, en ook nog op een warme Hemelvaart na maanden geen familie en vrienden gezien te hebben weer bezoek in je achtertuin ontvangen mag is de blijdschap extra groot. En daar zit iets moois in. De beloning voor de opoffering. Als je iets een tijd moet missen en niet hebt, is het des te fijner dat je het weer krijgt. Daar zit iets in waar dankbaarheid uit voortvloeit en tegelijkertijd kan egoïsme de kop opsteken.
Misschien dat daarom half Nederland gisteren massaal naar de stranden afreisde; het ultieme cadeau werd aan elkaar gegeven na maanden binnen zitten. Los van de vraag of het juist was, hoor ik meer mensen om me heen roepen dat het binnen zitten, op het kleine balkon vertoeven zijn frustratie begint te uiten. Men verlangt naar de beloning voor al die opoffering. Men wordt zelfs recalcitrant of kwaad en eigent het zich toe.
We zaten gisteren onder een parasol, hadden speciaalbier rondjes (ik niet, ik zat aan een witte wijn) er waren hapjes met prikvorkje want ja, de hygiëne, maar het even samenzijn was een cadeau. Ik hoefde niet naar het strand, niet naar het bos, ik had mijn achtertuin. Gelukkig was er een achtertuin. Een cadeau, een geluk.
We zijn net kleine kinderen die een beloning willen voor goed gedrag. We willen best meedoen en helpen maar er moet wel een eindstation zijn en we willen beloond worden voor ons goede gedrag. We zetten ons beste beentje voor, snappen waarom we het moeten doen maar er komt ergens een grens, een rode lijn, waar we tegenaan gaan duwen. Grenzen zijn er ook om bevraagd te worden en soms zelfs omver geduwd en de ene persoon heeft een langere adem dan de ander. Verlangen naar het cadeau, de beloning is soms al in zicht en we willen het grijpen. Toe eigenen. Soms ook ondanks de ander.
In het verlangen naar weer normaal, of anders dan we nu moeten, zitten ook de kleine mooie dingen. Het idee dat die afhaalkoffie of het afhaalmenu lekkerder smaakt dan anders, de fietstocht ineens veel plezieriger is omdat er gewoonweg minder mensen op het fietspad te vinden zijn en er rust is op de weg, is een goed gevoel. Dat er, nu er meer versoepelingen zijn, meer drukte komt in de steden, men zich meer en meer verplaatst, soms helemaal geen anderhalve meter afstand houdt en bij elkaar komt is een risico.
Gisterenmiddag was er in ieder geval een moment dat alles even op zijn plek was. Goed gezelschap, fijne gesprekken, zonnewarmte en het gevoel van vrijheid. Je moet soms lang wachten op een beloning, maar dan heb je ook wat.
Wil je mijn blog steunen met een bijdrage? Doneren mag hier.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.