De afgelopen weken voel ik een schrijfonrust. Ik zit achter mijn bureau of op de bank of buiten aan de picknicktafel en wil dolgraag schrijven maar er is niets dat me aanzet of aanspoort tot schrijven. Er dwarrelen wel flarden voorbij aan het woeste water waarin surfers zijn verdronken, een kind van een jaar dat een heel duur medicijn nodig heeft en ouders die in hun wanhoop een donatieronde zijn gestart. Als ik de foto zie van het ventje met sondevoeding krijg ik een knoop in mijn maag.
Er dwarrelen flarden voorbij aan de herinnering aan vorige week toen ik in bed lag met een stevige bijholte ontsteking die ik weg probeerde te denken maar het lukte niet omdat de pijn te erg was. Het leken wel aanvallen, mijn kiezen en wang voelden ook beurs en pijnlijk. Als ik niet sliep staarde ik naar het rolgordijn en hoorde kinderen buiten spelen. Het was mooi weer, er leek niets aan de hand. Ze lachten, speelden, vermaakten zichzelf.
Je hoort weleens mensen zeggen dat je pijn snel vergeet maar ik bedacht me dat die ene keer jaren geleden dat ik zenuwpijn had in mijn kies en ik van de pijn rondkroop in mijn bed ik me die pijn nog erg levendig voor de geest kon halen. Ik herken zenuwpijn als een blinkend muntje op twee meter afstand op een stoep. Toen de antibioticumkuur z’n werk deed bleef ook alleen die kiespijn over. Ik bespaar je de hel van de tandarts maar van afgelopen week. Het gaat nu weer beter.
Ook dwarrelen fragmenten voorbij van zaadjes die ik plantte. Zaadjes die ik gekregen had van een kind en ik net als een kind wachtte op het eerste groene begin dat boven de aarde zou uitsteken en het ook deed na een krappe week.
En ik las uit mijn boek waar ik weken op wachtte omdat de boekwinkel eerst zei dat het er was en later niet meer en het opnieuw besteld moest worden en ik dus eventjes geduld moest bewaren. Ik wachtte op dat boek bij de deurmat, bijna. Het geluid van een kartonnen pakje dat door de brievenbus geschoven wordt en op je deurmat valt is een prachtig geluid.
Maar die schrijfonrust blijft. Ik heb vele gedachten en ik mijmer constant maar soms heb ik geen woorden of vind ik de woorden niet mooi of waardevol. En als ik nadenk over woorden die niet mooi klinken ben ik al niet meer bezig met wat ik wil doen, schrijven, dus hou ik maar op.
Twee dagen geleden zat ik in de zon en las uit mijn boek (The Year of Magical Thinking van Joan Didion) maar vanachter mijn zonnebril sloot ik even mijn ogen. Ik hoorde de zee in de wind en liet de schrijfonrust even gaan.
Wil je mijn blog steunen met een bijdrage? Doneren mag hier.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.