Ze werd aan het eind van het onderzoek door een verpleegkundige in een rolstoel naar de uitgang gereden want dat was sneller. Haar trui was bebloed, ze had het koud. Het was de bedoeling dat het een gewone CT-scan zou zijn van het bovenlichaam waarbij ze via een infuus een contrastvloeistof toegediend zou krijgen. Ze hadden tijdens haar verblijf in het ziekenhuis in juni allebei haar armen bont en blauw geprikt, laat staan haar handen. Aderen waren moeilijk te prikken. Herkenbaar. De twee operaties die ik nodig had een hele poos terug en bij het vele bloedprikken van de afgelopen jaren wilde het bij mij ook vaak niet lukken. Teveel littekenweefsel. Aderen lagen te diep. Rood en paarse plekken waaierden zich als meren op haar armen en handen uit. Ik wilde het destijds aaien, maar dan kwam ik te dichtbij en dat mocht weer niet in verband met het corona besmettingsgevaar.
Deze keer zou de CT-scan routine zijn. Hoe vaak deze afgelopen tijd had ze niet een MRI of een CT-scan gehad? Ze lag op een bed met ontbloot bovenlijf en de eerste prik lukte niet. Daarna werd het alleen maar erger, zei ze. Uiteindelijk moest iemand van de OK komen om te prikken. Dat lukte ook niet. ‘Ik weet niet of het de bedoeling was om in mijn slagader te prikken maar toen lukte het wel.’ Maar er lekte bloed uit het gaas en verband op haar trui. Ook de vloer kreeg rode stippen. Ze lag te bibberen tijdens het prikken op dat bed. Ze had het zo koud. Het duurde zo lang. Het lukte maar niet. Weinig vel op de botten hielp ook al niet tegen de kou. De verpleegkundige probeerde zo goed en zo kwaad als het ging de vlekken eruit te wassen. De natte trui ging in een plastic zakje mee.
De taxi had op haar gewacht, gelukkig. Kon ze toch naar huis.
Wil je mijn blog steunen met een kop koffie donatie? Ik doneer een kop koffie.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.