Wat is fictie? Volgens Wikipedia: ‘Met fictie (Latijn: fictio, “vorming”) wordt een verhaal of gedachtegang aangeduid, die zich hoofdzakelijk in de fantasie van de auteur of lezer afspeelt. Dit in tegenstelling tot de non-fictie, die op de feitelijke werkelijkheid berust. De term is ontleend aan het Franse fiction.’
Volgens mij heeft fictie nooit echt bestaan. Een fictie verhaal schrijven doe je met een dosis fantasie maar je bent nog altijd de boetseerder van het verhaal en je plukt uit alles dat in je ziel zit. Het kan niet waar zijn dat je alles verzint omdat je gewoonweg niet alles kunt verzinnen, zeker niet als je steeds ouder wordt en meer van de wereld weet en je ervaringen, herinneringen en gedachten opbergt. Wat je er vervolgens mee doet heet fictie. Je dikt aan, laat weg, vult op, combineert, fantaseert, boetseert. Pietje uit jouw verhaal is Mientje uit het echte verhaal; het verhaal dat je zag ontstaan in de trein, tijdens een restaurantbezoek of wat je hoorde. En vaak is het een opgeduikelde gedachte, ervaring of herinnering.
Misschien lukt fictie schrijven alleen als je een bonte verzameling hebt van alledaagse mijmeringen die je verwikkeld in een nieuw hoofdstuk. In dat hoofdstuk vallen nieuwe gebeurtenissen, verwikkelingen en dialogen samen. Mijn redacteur vond in mijn laatste verhaal de voornaam van de museumdirecteur niet kloppen. Maar de naam kwam er, het ontstond. Niet omdat ik lang nadacht over die naam. Dat gebeurt trouwens met alle personages in een fictie verhaal. Ze zijn er omdat het karakter mij dit meldt. Niet omdat ik lang nadenk over een voornaam. Ik kon het overigens goed weerleggen, die naam, vond ik.
En dan is er faction. Een combinatie van onderzoek naar feitelijke gebeurtenissen en een ‘zo had het geweest kunnen zijn.’ In dat laatste zit wel degelijk fictie verwerkt. De schrijver was er niet bij, kon er niet bij zijn en moet dus zijn fantasie gebruiken om een personage tot leven te roepen om het verhaal kloppend te maken.
Combinatie van fact en fiction: boeken die de bouw en vertelwijze van fictie hebben maar naar de inhoud een zuivere reportage zijn. Een beroemd voorbeeld uit de Amerikaanse literatuur is In cold blood (1966) van Truman Capote: een in fictionele vorm gegoten reconstructie van de moord op een gezin. bron: Ensie.
Persoonlijk hou ik enorm van dit genre. Ik las Jij bent van mij van Peter Middendorp. Een boek losjes gebaseerd op de gruwelijke moord op Marianne Vaatstra. En toch gaat het over Tille Storkema, een jonge boer en vader van twee kinderen die zich op een nacht vergrijpt aan een zestien jarig meisje uit het dorp en zich hierover dertien jaar niet uitspreekt totdat het net zich om hem heen gaat sluiten. Peter Middendorp maakt er wel degelijk literaire fictie van. Op een integere, onthutsende (soms ongemakkelijke) en vernuftige manier.
Het been in de Ijssel van Joris van Casteren staat ook op mijn lijst als het gaat om steengoede faction. Casteren neemt zichzelf als nieuwsgierige hoofdpersonage die op onderzoek gaat naar het verhaal achter een onderbeen dat in de zomer van 2005 gevonden wordt in de Ijssel. Van wie is dat onderbeen en waar komt het onderbeen vandaan? In een meeslepende speurtocht wordt je meegenomen in een verhaal dat steeds bizarder wordt maar waar ook het onderbeen, het lichaamsdeel, een identiteit krijgt en een ziel. Op de achterflap lees ik dat het ‘spannende literaire non-fictie’ wordt genoemd. Ook zijn veel kleinere verhaal Een botsing op het spoor valt in deze categorie.
Hier de uitzending VPRO Boeken met toen nog (*zucht*) Wim Brands:
https://www.vpro.nl/lees/columns/wim-brands/het-been.html
Dan de Opgang van Stefan Hertmans. Wat een schitterend verhaal. Als je erachter komt dat je een huis gekocht hebt met de bizarre Tweede Wereld Oorlog geschiedenis van Willem Verhulst, dit onderwerp als schrijver kunt onderzoeken en beschrijven in een format zoals faction beschrijft is dit boek zeer geslaagd. Wat bij dit verhaal anders is, is de manier waarop de schrijver momenten en karakters beschrijft waarvan hij de diepgang en emoties niet zou kunnen weten maar waar hij wel helemaal in slaagt ze deze diepgang en emoties te geven. En dan ga ik toch twijfelen of dit helemaal faction is. Ja, er wordt onderzoek gedaan en het wordt beschreven. Er zijn veel feiten in het verhaal verwerkt. Maar het boek is veel meer dan dat. Misschien is dit boek zo mooi geworden omdat mensen die niet meer leven en er niet meer zijn nu weer bestaan.
Veel schrijvers worden hun eigen literaire hoofdpersonage. Ik denk aan de Amerikaanse schrijver Joan Didion (Het jaar van het magisch denken), de Australische Cory Taylor (Dying, a memoir) maar ook A.F.Th. van der Heijden (Tonio. Een requiemroman), Adriaan van Dis (Ik kom terug) en Lieve Joris (Terug naar Neerpelt). Maar het fictie boek Zomervacht van Jaap Robben kent zelfs elementen die niet echt kloppen en dat werkt dus soms ook!
Mijn laatste verhaal Dicht (komt binnenkort uit) kent ook een waargebeurd punt van vertrek. Om het hele verhaal te schrijven gebruikte ik een boel fantasie maar er werd me ook veel aangedragen. Karakters fluisteren namelijk vaak in je oor. …
Wil je mijn blog steunen met een kop koffie donatie? Ik doneer een kop koffie.
Wil je mijn blogstukjes in je mail ontvangen? Abonneer je dan hier.
Eén reactie op “Faction.”
Dank je Karin voor deze heldere uitleg. Dat boek van Stefan Hertmans wil ik wel lezen. Ik hou van het ontsluieren van het verleden.